Zo eind 1982- begin 1983 raakten enkele geregelde bezoekers van het Ryksargyf te Leeuwarden (nu Tresoar) met elkaar in gesprek over een aantal zorgwekkende ontwikkelingen in het wereldje van archieven, lokaal-historici en genealogen. Waarover ging dit gesprek?
- het sterk toenemend aantal bezoekers van de archieven, in het bijzonder i.v.m. voorouderonderzoek. Hieruit vloeide een intensiever gebruik van het in de archieven aanwezig materiaal voort alsook de behoefte aan een intensievere begeleiding van beginnende gebruikers.
- het keuzeprobleem waarin de archieven geraakten: enerzijds eiste de overheid kwantificeerbare prestaties van de archieven (elk jaar zoveel bezoekers meer) en popularisering van bezoek; anderzijds waren bezuinigingen aan de orde van de dag.
Dit zou tot gevolg hebben dat de archieven overvraagd zouden worden (te veel bezoekers, te weinig personeel, te weinig ruimte, te weinig apparatuur) en dat het in de archieven bewaarde materiaal te snel zou slijten.
Weliswaar waren de archieven er toe overgegaan bepaalde bronnen door verfilming veilig te stellen, maar door gebrek aan financiën zou dat een zaak van lange adem zijn.
De bezorgde bezoekers waren van mening dat de archieven van Friesland in de geschetste situatie hulp verdienden, zowel met geld als met menskracht. Geld om de archieven in staat te stellen bepaalde apparatuur te kopen en menskracht om vrijwillig dat werk te verrichten waaraan de archieven zelf niet toekwamen.
Om dit te realiseren besloot men een eigen organisatie in het leven te roepen en zo werd de stichting FAF in 1983 opgericht.